Bubbels in de Bierstraat
Het moest wat worden, die opening. Imagotechnisch verantwoord ook.
Het is op z’n zachtst gezegd een ongelukkig toeval dat een imago adviesbureau terecht komt in de Bierstraat. Dat vraagt om een tegenactie.
Bubbels dus, en verder een Rotterdamse mengeling bestaande uit vertier van Joris, vishapjes van Schmidt en een lokale kanjer met verse oesters. We beraamden ons op diverse soorten en merken Champagne, tot een relatie ons wees op een noviteit: Prosecco van de tap.
Daar hadden we wat bedenkingen bij. Met lichte achterdocht togen we naar het Ondernemers Café in Den Haag om het object aan een grondige inspectie te onderwerpen. Na een paar glaasjes wisten we het: de tap was enorm leuk, zag er trendy uit en die Prosecco was zo slecht nog niet. We bestelden het gevaarte met toebehoren voor de bewuste vrijdagmiddag om half vier. Wij zouden voor wat extra spierkracht en beschermingsmateriaal voor de vloerbedekking zorgen. Zo gezegd, zo gedaan.
Vrijdag 4 april, half twee. Nog even langs Ikea voor tapijtbeschermers, naar huis om kluskleding te verruilen voor feesttenue en weer terug naar de Bierstraat om daar vanaf een uur of drie klaar te staan. Althans: dat was de bedoeling.
Twee uur. Wat schetst mijn verbazing: telefoon; man-met-bar-in-auto. Hij kwam lossen. Gelukkig had de beheerder onze sleutel. Ik vertelde hem dat ik hem later had verwacht en dat de helpende handjes en ook de tapijtbeschermers er pas om half vier zouden zijn. Geen probleem, verzekerde hij me. Hij kon het prima alleen, en het tapijt hoefde niet beschermd te worden.
Huh?! Het duizelde me. Had ik niet goed opgelet? Was de verhuisstress me nu toch teveel geworden? Ik besloot dat ik het niet wilde weten. Het zou vast goed komen.
En dat kwam het. Dankzij Richard, die achter de schermen hemel en aarde heeft bewogen om een alternatieve oplossing te vinden toen hij hoorde dat “onze” bar de avond ervoor van de trap gelazerd was. Compleet in stukken.
Het werd een bar met flessen in koelers en daarbij een deskundige Zweed om op gepaste wijze de flessen te ontkurken.
“Ik weet dat het anders is. Het verhaal wil je niet horen, en dit is wat heb kunnen doen. Ben je tevreden?” vroeg Richard.
Een staaltje onvervalst dienstverlenerschap van een horeca-ondernemer die zich verplaatst in zijn klanten. Dat is nog eens imagotechnisch verantwoord. Proost!